Bergen op Zoom
Het voormalige markiezaat van Bergen op Zoom omvatte aan het eind van de 18e
eeuw globaal het gebied van West-Brabant met uitzondering van Roosendaal,
Steenbergen, Dinteloord en Nieuw-Vossemeer die bij het Land van Breda hoorden.
In 1533 is de heerlijkheid Bergen op Zoom door keizer Karel V verheven tot
markiezaat. De heren en latere markiezen hielden hof in Bergen op Zoom, waarmee
Bergen op Zoom het bestuurlijk centrum vormde van het gebied. Na de Franse inval
van 1795 werd het markiezaat opgeheven.
Wanneer Bergen op Zoom precies is ontstaan valt niet met zekerheid te zeggen.
Hoewel sporen van bewoning zijn gevonden uit de late ijzertijd is in ieder geval
bekend dat Bergen op Zoom tussen 1198 en 1212 stadsrechten verkreeg van de
heer van Breda. In 1287 werd het Land van Breda gesplitst en werd Bergen op Zoom
een aparte heerlijkheid met Gerard van Wezemaal als haar eerste heer. In de jaren
daarna werd de stad met een stadsmuur omringd. Een restant van de vroeg 14e-
eeuwse verdedigingswerken is de Lievevrouwe- of Gevangenpoort.
Dit indrukwekkende poortgebouw is op gezette tijden voor het publiek toegankelijk.
In 1397 is de stad bijna volledig door brand verwoest en zijn tevens de archieven
verloren gegaan. Van twee panden is bekend dat ze de brand hebben overleefd.
Dit zijn het huidige Hotel De Draak en het daarnaast gelegen pand De Olifant.
Omdat hotel De Draak in ieder geval al in 1397 deze functie vervulde en nog steeds
vervult, wordt dit hotel gezien als het oudste in Nederland. In 1444 werd Bergen op
Zoom wederom voor een groot deel door brand verwoest. Ten westen van de
Lievevrouwepoort ontwikkelde zich buiten de stadsomwalling het havenkwartier. In
deze buurt vestigden zich de risicovolle bedrijven van die tijd, zoals onder meer de
kalkbranderijen, de meekrapstoven, de zoutziederijen en de pottenbakkerijen. Het
Bergse aardewerk is eeuwenlang geproduceerd en was niet alleen bekend in heel
Europa; het is teruggevonden in Spitsbergen, New York, Tokio en Kaapstad. Op het
einde van de 15e eeuw is het havengebied voorzien van een omwalling, waardoor de
Lievevrouwepoort haar functie als toegangspoort verloor. De poort werd vervolgens
tot 1932 gebruikt als gevangenis.
Onder het bewind van heer Jan II van Glymes (1417-1494) kwam de stad tot grote
economische bloei. De jaarmarkten die tweemaal per jaar plaatsvonden genoten
bekendheid in binnen- en buitenland. Kooplieden uit heel Europa prezen er hun
waren aan. Om de economische voorspoed te tonen werd een aanvang gemaakt met
een forse uitbreiding van de Grote of Sint-Gertrudiskerk. Als gevolg van een
economische recessie tijdens het midden van de 16e eeuw is dit zogenaamde
Nieuwe Werck echter nooit afgebouwd en verviel tot een ruïne. De terugval in de
economie hield onder meer verband met de verslechterde bereikbaarheid van de
haven als gevolg van een aantal stormvloeden die Zeeland en West-Brabant tijdens
de 16e eeuw teisterden. Daarnaast waren de modernisering van handelstechnieken -
een permanente handelsbeurs in plaats van periodieke jaarmarkt - aan deze
teruggang debet. De jaarmarkten van Bergen op Zoom bleven niettemin tot 1910
bestaan. Na de afschaffing bleven de voor- en najaarskermis tot op de dag van
vandaag gehandhaafd.
Jan II van Glymes werd ook wel Jan metten Lippen genoemd. Deze bijnaam had hij
te wijten aan zijn opgezwollen lippen, waarschijnlijk het gevolg van een infectie. Van
Jan metten Lippen wordt beweerd dat hij vijftig kinderen had. Onderzoek heeft
echter aangetoond dat hij 13 wettige en tussen de 20 en 24 bastaardkinderen had.
Iets dat vrij normaal was voor die tijd in adellijke kringen. Hij behoorde tot de
vooraanstaande adel van de Nederlanden en heeft opdracht gegeven tot de herbouw
en uitbreiding van zijn stadspaleis dat nu bekend staat als Het Markiezenhof. Met de
bouw van dit stadspaleis werd in 1485 begonnen en heeft ongeveer 30 jaar
geduurd. Vanaf 1494 was de beroemde bouwmeester Anthonie Keldermans daarbij
betrokken, later opgevolgd door zijn zoon Rombout.
Bergen op Zoom is, gezien haar ligging, altijd van groot strategisch belang geweest.
De stad ligt op een zandrug met aan weerskanten daarvan oorspronkelijk lage
gronden met waterpartijen en moerassen. De stad werd beschouwd als de 'sleutel
tot Zeeland'. Wie Bergen op Zoom in handen had, beheerste Zeeland. Vooral tijdens
de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) werd Bergen op Zoom een vestingstad van
belang. De middeleeuwse verdedigingswerken werden gemoderniseerd en in de stad
werd een garnizoen gelegerd. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog heeft tweemaal een
langdurig beleg plaatsgevonden, maar niet één keer is de vijand er in geslaagd om
de stad te veroveren. Na het beleg door Spinola in 1622 schreef de dichter Valerius
een loflied op de dappere verdediging van de stad.
Dit lied, dat als titel 'Merck toch hoe Sterck' draagt, is nog steeds een van de
bekendste Nederlandse Geuzenliederen.
Aan het einde van de 17e en het begin van de 18e eeuw werd de vesting drastisch
gemoderniseerd naar plannen van Menno van Coe-hoorn. De vesting gold als
onneembaar. Om deze reden kreeg Bergen op Zoom de bijnaam 'La Pucelle', wat 'de
Maagd' betekent. De Bergenaren beschouwden dit als een erenaam. In 1747, nadat
de Republiek der Verenigde Nederlanden eerder in oorlog met Frankrijk was geraakt,
zijn Franse troepen er toch in geslaagd om de vesting in te nemen. Tijdens een twee
maanden durend beleg is een groot deel van de stad verwoest door
bombardementen en werden de Sint-Gertrudiskerk en omgeving vrijwel met de
grond gelijk gemaakt. Vanwege het beleg en de inval door de Fransen zijn veel
oorspronkelijke bewoners de stad ontvlucht.
Vanaf 1750 werd de stad stilaan weer bevolkt maar nu met mensen voornamelijk
afkomstig van het omringende platteland en uit de Noorder Kempen (vanaf 1830 een
deel van België). In de periode na het beleg werd de stad zo goed en zo kwaad als
dat ging hersteld. Wegens de grote schade die was toegebracht en gebrek aan geld
werd voor de wederopbouw en het herstel gebruik gemaakt van oud bouwmateriaal.
De gevels werden om die reden veelal gepleisterd of wit gekalkt. Tot op de dag van
vandaag wordt het straatbeeld in de oude binnenstad gekenmerkt door licht
gekleurde gevels, waardoor de stad een welhaast zuidelijke sfeer uitademt.
In 1867 werd de vesting bij Koninklijk Besluit opgeheven en werd met de afbraak
daarvan begonnen. Een van de weinige restanten is nog het Ravelijn op den Zoom,
in de volksmond Het Ravelijn genoemd. Aan de Oosterschelde ligt nog het fort De
Waterschans dat de havenmonding van de stad moest beschermen. Ten noorden
van Bergen op Zoom liggen de forten Pinssen en De Roovere, onderdeel van de ver-
dedigingslinie tussen Bergen op Zoom en Steenbergen, tegenwoordig bekend als de
West-Brabantse Waterlinie. Over Fort de Roovere is een wandelroute uitgezet die
beslist de moeite waard is. Wel bleef de stad haar militaire karakter behouden. De
laatste kazerne, de Cort Heijligers, werd in 2004 opgeheven waardoor een einde
kwam aan het garnizoensverleden van de stad.
Vanaf het midden van de 19e eeuw krijgt Bergen op Zoom een industrieel ka-rakter.
In de stad werden enkele suikerfabrieken en metaalgieterijen gevestigd. Hoewel de
suikerfabrieken en het grootste gedeelte van de metaalnijverheid zijn verdwenen,
beschikt Bergen op Zoom ook vandaag de dag nog over relatief veel industrie, al is
het accent verlegd naar chemie, voeding, tabak en dienstverlening.
Als economische vernieuwingsslag gaan de gedachten uit naar de bevordering van
het toerisme. De stad heeft ruim voldoende ingre-diënten om dit doel te bereiken.
De combinatie van een gemeente met bijna 900 rijks- en gemeentemonumenten en
de bos- en waterrijke omgeving van Bergen op Zoom biedt in dit opzicht goede
kansen. De monumententoppers zijn de Gevangenpoort, het Stadshuis aan de Grote
Markt, de Sint-Gertrudiskerk en Stadspaleis Het Markiezenhof.
Het landschap rondom Bergen op Zoom kenmerkt zich door lichte - beboste -
glooiingen, afgewisseld met open percelen waar kleinschalige land- en tuinbouw
plaatsvindt. Vooral asperges en aardbeien zijn beroemde tuinbouwproducten van
Bergen op Zoom. In de Oosterschelde wordt in de maanden mei en juni ansjovis
gevangen. De restaurateurs in Bergen op Zoom presenteren in deze maanden het
zogenaamde AAA-menu. In dit menu heeft ieder van de deelnemende restaurants op
geheel eigen wijze de producten uit de directe omgeving - asperges, aardbeien en
ansjovis - gecombineerd. Beslist een culinaire aanrader.
Een ander sterk punt van Bergen op Zoom wordt gevormd door de vele activiteiten
en evenementen die er plaatsvinden. De stad kent een stevige stoet- en speltraditie.
Onder meer het Jazzweekend, de Maria Ommegang, de Bourgondische Krabbenfoor,
Muziek op 't Wilheminaveld, de openluchtspelen van Stichting 'de Vierschaar' en de
Kerstijsbaan op de Grote Markt, trekken vele tienduizenden bezoekers.
VVV Brabantse Wal informeert u graag over deze en nog vele andere evenementen
in de gemeente Bergen op Zoom.
De gemeente Bergen op Zoom ligt op de Brabantse Wal, een zandplateau dat in het
westen steil afloopt naar de Brabantse en Zeeuwse polders en het water van
natuurgebied het Markiezaatsmeer en recreatiegebied de Binnenschelde.
De omgeving van Bergen op Zoom is erg in trek bij onder meer de fietsrecreant. Bij
VVV Brabantse Wal zijn verschillende fietsroutes aanwezig. De medewerkers van
deze organisatie zijn u graag van dienst om u allerlei wetenswaardigheden over de
stad te vertellen. Tevens kunt u bij Toerisme Bergen op Zoom en Het Markiezenhof
een stadswandeling verkrijgen. Na afloop van uw stadswandeling of fietstocht kunt
op een van de vele terrasjes in de stad, onder het genot van een hapje en een
drankje, nagenieten. Proost!
Stichting Merck Toch Hoe Sterck. Statietjalk 23, 4617 GN Bergen op Zoom Telefoon 0164 - 25 47 02 | E-Mail